– De controle van de damage control voorbij
Auteur: Eric Van den Broele
Een instrument tijdens Covid19 was het financieel steunen van de organisaties om de lonen te kunnen blijven uitbetalen.
De vraag: ‘Hoelang kan een organisatie zonder externe hulp overleven na een crisis?’ is daarmee onbeantwoordbaar gebleven.
Niemand heeft een kristallen bol, maar er kunnen steunmaatregelen gegeven worden om financieel te overleven. Die moeten met wijsheid uitgedeeld worden. Daartoe moet een zogeheten ‘schokbestendigheidsscore’ (https://graydon.be/nl/resources/blog/strategie/hoe-maakt-u-echt-impact-met-de-schokbestendigheidsscore) van de organisaties bekeken worden. Daarbij is het de vraag of de organisaties die reeds voor de crisis niet echt levensvatbaar meer waren nog ‘recht’ hebben op een overlevingssteunmaatregel. Daartoe is het onvoldoende om zomaar de statistiek van artificiële intelligentie te volgen: een kring van wijzen (experten) moeten zich over deze casussen buigen stuk per stuk, om een gewogen en gedragen beslissing te nemen.
Zo’n schokbestendigheidsscore heeft meer mogelijkheden dan tijdens een grote crisis. Ook als een burgemeester plannen heeft om een stadsplein heraan te leggen, moeten de winkels kunnen overleven. Ze moeten dan echter in een soort ‘lockdown’ en verliezen omzet. Ze kunnen daarbij, als de werken te lang duren, kopje onder gaan. Aan de hand van een schokbestendigheidsscore kan de Burgemeester zich dan documenteren op voorhand en inplannen om de financiële ondersteuning te prioriteren van bij het begin. En hij kan de budgetten bepalen om die winkels door de moeilijke periode te loodsen.
Daar zijn ook ethische kwesties aan verbonden: als een organisatie haar schokbestendigheidsscore slecht is kunnen leveranciers misschien voorzichtigheidshalve weigeren te leveren tenzij er onmiddellijk betaald wordt.
Maar het mes snijdt aan twee kanten: de overheid kan ook eisen dat de wettelijke reserves worden uitgebreid door de organisaties, net om hun schokbestendigheidsscore te verhogen. Momenteel hoort dit 10% van het kapitaal te zijn. Niet controleren daarop leidt tot niet voldoen daaraan, wat de facto de concurrentiepositie van de Vlaamse organisaties en dus van Vlaanderen verzwakt.
Na een crisis waarin grote overheidssteun gebruikt werd kan een recessie volgen. Ongebreideld geld geven kan niet blijven duren. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. Evenwicht moet gezocht worden, met sociale en maatschappelijke rechtvaardigheid. Een crisis legt anomalieën bloot. Dat roept vragen op
- Wat willen we met onze maatschappij aanvangen?
- Mikken we op ongebreideld ondernemerschap met vrijheid – blijheid ?
- Of ondernemerschap met duurzaamheid, aandacht voor omgeving en maatschappij?
- Wat ondersteunen we ?
- Blijven we mikken op steeds meer werkgelegenheid creëren door organisaties, of kijken we naar duurzaam, bevredigend werk met toekomstperspectieven?
- Willen we bedrijven met een sterke schokbestendigheid?
- Wat met bedrijven met holdings in het buitenland? Gaan we die holdings rijker blijven maken?
- Is het tijd voor een gesprek met de privé over hoe dit aanpakken? Hoe voeren we dat gesprek?
Vragen gaan dus over
- Wezenskenmerken van de ondernemingen
- De impact op de ondernemingen
- Welke richting we als maatschappij uit willen.
- Wat doen we met ondernemingen die voor de crisis op de rand van een faillissement staan?
- Wat met start ups in woelig water?
- Wat met schokbestendige ondernemingen die door de crisis weinig geraakt werden? Hoe zit het met hun hypotheek? Hun investeringen ?
De overheid moet de juiste maatschappelijke keuzes maken. Daartoe is datamining superbelangrijk. Op dat vlak in België meer uitgerust dan de buurlanden. Vlaanderen kan studies bestellen om het effect van de maatregelen in groot detail te kennen. Dit levert post-crisis een aantal lessons learned die in post crisis een volgende crisis kunnen helpen voorbereiden met reddingsplannen. Daartoe kunnen ook intangibles onrechtstreeks gemeten worden. Onderzoek naar intangibles is nodig om innovatie te stimuleren en misdaad tijdens en na de crisis op te sporen. Door regionaal samen te laten werken met federaal (justitie) creëer je de testgrond om uit te zoeken hoe je best de aanpak voor bedrijven doseert.
Met die datamining kan ook het effect en de effectiviteit bepaald worden van de steunmaatregelen: welke steunmaatregelen hebben gewerkt in welke mate. Welke ondernemingen krijgen welke ondersteuning bij de heropbouw? Welke niet ?
Daarnaast moet de overheid verdergaan met het activeren van slapende spaargelden. Daartoe is vertrouwen nodig. Bijvoorbeeld met fondsen waarvan de deelbewijzen verzekerd zijn tegen een daling van de waarde van het fonds. Inclusie is daarbij belangrijk.
Nadruk leggen op kmo’s die technologie ontwikkelen die ecologisch welzijn bevorderen.
Extra krediet via betaaltermijn van 90 dagen i.p.v. 30. Met fiscaal voordeel dat iets hoger is dan de winstderving. Dit levert voor steunverlenende ondernemers continuïteit in de klantenportefeuille, goodwill, loyauteit, retentie
Stimuleren om financiële overschotten te steken in leningen aan klanten of leveranciers. Of om minderheidsparticipaties te nemen.
De overheid als business angel? (Kan dat?)
Symbiose met organisaties uit andere sectoren: bestelwagens die nu half leeg rijden…
Een andere dimensie is dus naast quasi faillissement pre-crisis of tijdens de crisis ook of de onderneming niet alleen economisch gezond waren, maar ook maatschappelijk verantwoorde ondernemingen zijn. Of dit laatste kunnen worden.
Kijk daarbij o.a. of de klanten geactiveerd zijn.
- Waar geef je de juiste financiële injecties?
- Waar ontstaan zelfversterkende kettingreacties?
- Hoe bereiken we een maximaal effect?
- Hoe perken we de Vlaamse afhankelijkheden in die tijdens de crisis aan de oppervlakte komen?
Maak o.a. op die manier van de crisis een catharsis.
IJkpunten voor (enkel) een eerste richting daarbij zijn die van het nine-grid van Graydon. (https://graydon.be/nl/ITAA-YourInsight)
We leerden dat we afhangen van lange logistieke ketens, dat we afhankelijk en kwetsbaar zijn, ons economisch credo niet schokbestendig is, er daadkracht mist, de lokale handel creatief was, web technologie krachtig is, sociale cohesie in vele buurten sterker werd, woon-werkverkeer in vraag werd gesteld, een nieuwe aanpak van de werkomgeving mogelijk was…
Stimulans van gelijkwaardigheid is nodig voor een effectief betere welvaart. Anders worden rijken rijker, armen armer, met alle gevolgen voor sociale robuustheid. Daartoe is verspreiden van kennis noodzakelijk. Dat gebeurt niet spontaan. Daarmee wordt men sterker. Organiseer het leren van het leggen van verbanden en associaties, vermijd een te snel specialiseren. Bijv. door een vak ‘overkoepelende beschouwing’. Toon raakvlakken tussen wetenschappen, tussen abstract denken en dagelijkse ervaring. Leer hen reflecteren over omgeving, over zichzelf, over zijn toekomst. (Jacques Attali: ‘Peut-on prévoir l’avenir ?’ 2015)
Daarnaast is een zelfbewust Vlaanderen in een zelfbewust Europa nodig om sterker te staan. Daartoe moet het groeigegeven de mens stimuleren om haar eigen waarden te kennen en erkennen. Opvoeden dus. Geloof in eigen kunnen, interesse in de ander…
Er zijn vier tools nodig: sociale structuur of bestuur format, de communicatie, de technologie, de economie.
Qua leidinggeven in de crisis is het post-crisis nodig om de structuren en hun macht te herbezien:
- Wat was nuttig?
- Wat was zinloos?
- Wat was hinderlijk?
Qua instituten moet men dus nagaan welke te vernieuwen zijn, welke moeten groeien, welke moeten krimpen en welke weg mogen.
Om de maatschappij, economie en technologie te organiseren voor de mens van morgen moeten we dus de verregaande braindrain uit Vlaanderen voorkomen of tegengaan.
Daarnaast moet Vlaanderen zijn sociale cohesie stutten. Het ‘de anderen zijn fout’ denken aanpakken, menselijke (sociale) armoede aanpakken (niet het gebrek aan welvaart alleen). Daartoe moet het verbindend handelen en communiceren stimuleren. Dat begint bij verbinding in wijken (zoals met Hoplr). Het streven dat iedereen betrokken is en verantwoordelijkheid opneemt. Vragen hoe mensen van andere gemeenschappen te betrekken. Beslissingsrecht op subsidiair niveau over belangen. Dat creëert
- Kansen
- Sociale cohesie
- Hoop
- Creativiteit
- Integreert culturen
Op lange termijn dankzij een lange maar volgehouden doorlooptijd. De staat mag daarbij geen dogma zijn. De staat moet kansen creëren die ongelijkmatigheid van kansen rechttrekt.
Qua economie is re-shoren nodig. Het staat gelijk met onze bevoorrading veilig stellen, controle over de stroom aan goederen én diensten. Over de kwaliteit ervan. Kortere transportschakels. Efficiënter en op termijn goedkoper. Gevolgen kunnen zijn betere luchtkwaliteit, decongestie van onze wegen en meer circulariteit.
Verder is er de kwestie van de falende ondernemer. Die moet kunnen herkansen; in plaats van hem of haar te zien als een soort misdadiger eerder zien als iemand die kan leren uit zijn of haar ervaring. Of hem of haar begeleiden naar loondienst.
Met technologie kan je veel doen qua artificiële intelligentie. Het is echter ook gevaarlijk relatief ten aanzien van GDPR en de rechten van de mens.
Dit alles om weerbaar te zijn. Dat is nodig voor de organisaties en onze regio om de anderen in vol vertrouwen én respect tegemoet te kunnen komen.
Bij mijn weten is dit boek enkel uitgebracht in het Nederlands. Dat is spijtig.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten: