Het einde van de wereld en hoe dat te voorkomen

Auteur: John Casti
Het boek is geschreven “Voor de kenners van unknown unknowns” en is opgedeeld in drie delen.
Het eerste deel – Waarom normaal niet meer normaal is – vertelt over complexiteitstheorie. De complexiteitstheorie houdt in dat elke issue twee (of meer) kanten heeft, bijvoorbeeld een dienstlevering van een organisatie heeft een organisatiezijde en een klantenzijde.
Beide hebben een bepaalde graad van complexiteit. Zonder in te gaan op de definities van complexiteit hier, maar vanuit het buikgevoel kunnen we hiervoor als overduidelijk voorbeeld de levering van elektriciteit bekijken in de USA.
Daarvan kunnen we zeggen dat de vraagzijde zeer complex is: verschillende hoeveelheden, verschillende tijden, verschillende behoeften die doorheen de geschiedenis als een zeer complex systeem gegroeid zijn. Maar daar staat een verouderde infrastructuur tegenover, die ten aanzien van de huidige stand van technologie een lage complexiteit heeft. Tussen beide complexiteitsniveaus bestaat er een gap, die volgens de complexiteitstheorie een bron zijn van kwetsbaarheden, en een extreme gebeurtenis kunnen uitlokken om het systeem te corrigeren. Bijvoorbeeld een black-out.
Dit voorbeeld is een eenvoudige illustratie van de theorie, die overduidelijk is. De beste oplossing voor de continuïteit van de klantzijde en de leverancierszijde is in dit geval een verhoging van de complexiteit aan de leverancierszijde, tot deze die van de klantzijde evenaart. Met andere woorden een technische upgrade.
Het eerste deel eindigt met zeven complexiteitsprincipes:
| Complexiteit | Voornaamste eigenschap |
| Emergentie | Het geheel is niet gelijk aan de som der delen |
| Rode Koningin-hypothese | Evolueren om te overleven |
| Voor niets gaat de zon op | Uitwisseling tussen efficiëntie en veerkracht |
| Goudlokje-principe | Vrijheidsniveaus zijn ‘precies goed’ |
| Onvolledigheid | Alleen logica is niet genoeg |
| Vlindereffect | Kleine veranderingen kunnen enorme gevolgen hebben |
| De wet van de vereiste variëteit (deze is de ietwat belangrijkste) | Alleen complexiteit kan complexiteit controleren |
Deel twee is een verzameling van 11 hoofdstukken, die elk over een apart geval gaan, waarin telkens de complexiteitsgap getoond wordt en hoe daaruit een ramp kan ontstaan.
In deel drie beargumenteert de auteur dat de breedte van de kloof of de overdaad aan complexiteit, gezien kan worden als een nieuwe manier voor het kwantificeren van het risico op een extreme gebeurtenis. Dit echter zonder echt in te gaan op formules.
Ten slotte bepaalt de auteur drie principes waarmee de gap kleiner kan gemaakt worden of kan voorkomen worden.
Een eerste principe is dat systemen en personen zo adaptief mogelijk moeten zijn. Omdat de toekomst ongekend is maar steeds gevaarlijker wordt, is het verstandig om de infrastructuren te ontwikkelen met een grote mate van vrijheden, om datgene wat je tegenkomt te kunnen pareren of te gebruiken.
Het tweede aspect, veerkracht, is nauw verwant aan het eerste principe, dat van adaptatie. Hiermee kun je niet enkel klappen incasseren maar ook je voordeel er uit halen.
Het derde principe is redundantie. Dit is een beproefde methode in de veiligheidswetenschappen om een systeem of infrastructuur gaande te houden wanneer het geconfronteerd wordt met onbekende onvoorzienbare en voorzienbare schokken. Eigenlijk draait het hier om extra capaciteit die ter beschikking staat wanneer er bijvoorbeeld een defect optreedt.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten:
