– Systeeminnovatie voor complexe vraagstukken

Auteurs: Karel van Berkel; Anu Manickam
Het eerste dat een mens zich moet realiseren is dat hij doorgaans kiest voor een eenvoudig leven. Complexe zaken vermijden we liever. En als het dan toch moet, kappen we het liefst in behapbare problemen. Allemaal in onze zoektocht naar zo eenvoudig mogelijke oplossingen.
Zo werkt het niet voor complexe vraagstukken. Voor de zogenaamde “wicked problems” in een “wicked world”. Daar gaan zaken normaal gezien niet zoals gepland. Systeem- en complexiteitstheorieën bieden inzicht in processen die zich afspelen tussen complexe dynamische systemen. Daartoe moet men de problemen met een systeembenadering aanpakken.
De auteurs leveren hiervoor een samenhangend model.
De drie wereldbeelden
Om dit model vorm te geven bespreekt het eerste hoofdstuk (Wicked world) drie wereldbeelden.
De eerste is die van de beheersbare wereld.
De wereld is beheersbaar geworden doordat we leerden plannen, prototypes te bouwen, alles uit te rekenen, en te experimenteren met vallen en opstaan. We lineariseerden de problemen, en maakten ons moeilijke zaken eigen.
De tweede wereld is de bubbelwereld.
Deze wereld is onvoorspelbaarder. Moeilijke vragen komen op ons af. Zijn we nog wel veilig op terreurvlak, economisch vlak, op cybervlak? Mensen willen dergelijke vraagstukken vermijden vermits ze die complex vinden, en dat gedrag verergert nog als de urgentie en de ernst ervan toenemen. Mensen gebruiken sociale media om steun te zoeken. In zo’n wereld zijn mensen gevoelig voor populisme, polarisatie, manipulatie en desinformatie. Een gevaar dat daarbij optreedt is politieke framing: een vorm van vereenvoudiging van de werkelijkheid zodat het een groep aanspreekt. Het is een frame als project als het problemen benoemt, de oorzaak aanwijst en een simpele oplossing erbij geeft. Bij een frame als drama gaat het om de spelers, niet om de inhoud: er zijn schurken, helden en slachtoffers. Een bubbelwereld bevestigt de groep van zijn wereldbeeld, en zijn opinies. Dat komt over als veilig. Gelijkgestemden zoeken elkaar o.a. om die reden op in de gepaste bubbels.
De derde wereld is de complexe wereld.
Daarin zijn er moeilijke problemen (tame problems) die eenduidig in deelstukken oplosbaar zijn, zoals een harttransplantatie. Andere problemen zijn complex. Dat zijn de wicked problems. Deze
- zijn op meerdere manieren definieerbaar,
- zijn niet deelbaar in kleinere problemen,
- zijn problemen met meerdere betrokkenen en meerdere belangen,
- zijn problemen waarvoor veel verschillende oplossingen worden bedacht,
- zijn problemen waarbij elke oplossing een volgend probleem triggert,
- ontwikkelen zich onvoorspelbaar.
Daarnaast bestaan nu ook super wicked problems. Deze hebben vier extra eigenschappen:
- De tijd raakt op.
- De veroorzakers geven tevens de oplossing.
- Er bestaat geen machtscentrum dat krachtig genoeg is om het aan te pakken.
- Irrationele argumenten worden ingezet om er niets aan te moeten doen.
Een voorbeeld hiervan is klimaatopwarming.
De context waarin leiders besluiten moeten nemen zijn daarbij viervoudig:
- Eenvoudige problemen -> best practices. Bijv. stoppen voor een rood licht.
- Moeilijke problemen -> good practices. Bijv. een open hart operatie.
- Complexe problemen -> geen juiste antwoorden, stapje voor stapje. Bijv. het klimaat.
- Chaotische context -> snelle reacties. Bijv. een brand.
Het allermoeilijkste is dat deze vier contexten in het werk van leiders dan nog eens door elkaar lopen.
‘Een systeem is een netwerk van relaties tussen elementen dat als afzonderlijk geheel functioneert, met eigen grenzen en een eigen identiteit.’
Problemen tussen systemen ontstaan in interacties.
Bij complexiteitsbenaderingen ontstaan dingen door interacties die ongewild en ongepland leiden tot iets nieuws: evolutie in plaats van planning en ontwerp.
De complexe adaptieve systeemtheorie (CAS) (John Holland, 1992) beschrijft hoe systemen veranderen en zichzelf intern reorganiseren in reactie op problemen in de omgeving. De belangrijkste kenmerken van de CAS-theorie zijn:
- Relaties, interactie en samenhang bestaan tussen elementen in een systeem en tussen systemen.
- Agents zijn semi-autonome elementen in een systeem die op elkaar reageren, zich aanpassen, leren en evolueren.
- Evolutie: strategiën zoeken die passen bij het veranderde systeemlandschap.
- Co-evolutie: alle betrokken systemen evolueren mee.
- Niet een enkel centraal besturingsmechanisme: er ontstaat zelforganisatie.
- Kleine variaties kunnen aanleiding geven tot grote veranderingen / verschillen in uitkomsten.
- Lokale micro-interacties kunnen macro-eigenschappen uitlokken en patronen en een nieuwe orde die door niemand van tevoren was bedoeld.
- CAS is op zijn best als er naast orde ook voldoende chaos is.
Hoe pak je nu wicked problems aan?
Een aantal aanbevelingen zijn:
- Breng naast het probleem ook de context in kaart.
- Pas je aan de steeds veranderende unieke omgeving aan.
- Reken op onvoorspelbaarheid, escalaties en oncontroleerbaarheid.
- Werk interdisciplinair samen.
- Exploreer verschillende visies, benaderingen, oplossingen.
- Betrek stakeholders.
- Begrijp de paradigma’s en communicatieregels van de stakeholders.
- Zoek naar gemeenschappelijke waarden en belangen.
- Breng complexe samenhang in kaart en teken ze uit.
- Zoek naar hefbomen (kleine ingrepen met een groot effect).
- Zoek naar mogelijke neveneffecten van een aanpak.
- Experimenteer via trial en error. Blijf lerend veranderen.
Dit wordt verder uitgewerkt in de rest van het boek.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten: