Auteur: Manu Steens
In dit artikel schrijf ik mijn eigen mening, niet dat van enige organisatie.
Inhoud
“Hij die de toekomst voorspelt, is een leugenaar. Zelfs als hij gelijk heeft.”
Onlangs was er een teambuilding van de organisatie waarvoor ik werk. Bij het verlaten van de receptie vroeg een collega of ik weet had van toekomstige crisissen die ons te wachten staan. Eigenlijk is het antwoord daar op: neen. Weten doe ik dat niet. Weten over de toekomst is zinloos. Een Arabisch gezegde zegt immers terecht: “Hij die de toekomst voorspelt is een leugenaar. Ook als hij gelijk krijgt.” Twijfelen over een aantal zaken echter is een ander paar mouwen. En twijfelen kan je gefundeerd doen. En het brengt ons vooruit om dit op een beredeneerde manier te doen.
Drie onzekerheden
Dus sprak ik op dat moment waar mijn gedachten over gingen. Over kwesties voor de toekomst, gebaseerd op onzekerheden. Deze zijn:
- Ziekten
- Hongersnood
- Oorlog
En apart: terreur (recentelijk waren er uitspraken van terreurorganisaties om het aantal aanslagen op te drijven). Omdat hoewel de urgentie ervan gigantisch is wegens het psychologisch effect dat het teweegbrengt, de materialiteit ervan beperkter is dan van de andere drie.
- Ziekten kunnen voorkomen omwille van verschillende redenen. Het klimaat kan zodanig wijzigen in West-Europa, dat bijvoorbeeld de tijgermug nog meer kansen krijgt dan ze al heeft en bijvoorbeeld Zika meebrengt via de global supply chain. Maar ziektes zoals gele koorts en nieuwe varianten van corona kunnen zich ook verspreiden via het wereldwijd toerisme. Verder kunnen migranten ook nieuwe nog onbekende varianten van ziekten die we van nature wel hebben, zoals tuberculose, meebrengen, waar onze bevolking geen weerstand tegen heeft.
- Hongersnood werd reeds veel eerder besproken door Gutterez, de Secretaris Generaal van de VN, die dit probleem aanhaalde. Mogelijke oorzaak hiertoe is de droogte die op termijn de oogsten in West Europa rampzalig kunnen beïnvloeden. Maar ook landen die hun grenzen sluiten voor voedselexport, of niet meer kunnen exporteren naar onze contreien vanwege oorlog zoals die in Oekraïne. Of een verandering van voedselbron, zoals overschakelen naar quinoa een oplossing zal bieden valt nog te bezien. Een verandering van voeding met onder andere meer zeewierproducten kan een noodzaak zijn, maar daar is de vraag of de wetenschap en de voedselsector voldoende snel op de bal kunnen spelen om op grote schaal voldoende zeewier te produceren in een groot .aantal variëteiten. Maar ook de toegenomen welstand in Oost-Europa kan een rol spelen: zullen Poolse en Hongaarse chauffeurs nog willen rijden in West Europa om de supermarkten te bevoorraden wanneer ze evenveel kunnen verdienen door lokaal rond hun kerktoren te rijden in Oost Europa? Zelfs al zouden de voorraden in de landen in West Europa voldoende zijn, toch zouden door een
probleem van de supply chain de winkels niet bevoorraad kunnen worden. - Oorlog zou kunnen ontstaan door watertekort in bepaalde streken. Dat zijn zogenaamde klimaatoorlogen. Maar de oorlog in Oekraïne zou ook kunnen escaleren. Of door toenemende aandacht van de politiek voor problemen dicht bij huis zouden terreuromstandigheden elders zo’n vaart kunnen nemen dat sommige landen denken dat ze ergens militair moeten ingrijpen. En dat zou op zich weer terreur in onze streken kunnen veroorzaken. Per slot van rekening zijn er reeds uitspraken gebeurd van terreurorganisaties die stellen dat de oorlog in Oekraïne een uitstekende situatie is om in het Westen het aantal terreuraanslagen te gaan opdrijven. De vraag is dan hoe efficiënt de special forces van de politie kunnen blijven optreden onder een verhoogde werkdruk door een potentieel toenemend aantal aanslagen.
Deze zaken zijn onzeker, maar er wordt al over gesproken.
Acht mogelijke toekomsten
Dat betekent dat we via deze onzekerheden met 2^3 = 8 mogelijke toekomsten zitten. Dit zijn de mogelijke combinaties van wel of niet hongersnood, wel of niet oorlog, en wel of niet ziekten.
Als we ons tot deze drie assen beperken komen we dus uit op een 3-dimensionele kubus met 8 delen. Door deze te ontrafelen komen we tot de volgende conclusie:
- In vier daarvan is het oorlog.
- In vier daarvan is er honger.
- In vier daarvan zijn er ziekten.
- In een daarvan hebben we ze alle drie.
- In een daarvan hebben we geen van de drie.
- In drie daarvan hebben we er twee van de drie.
- In drie daarvan hebben we er slechts één.
Door deze twijfels aan de orde te brengen zijn we geen pessimisten, al lijkt dat zo. Het stelt ons misschien in staat om te zoeken naar mogelijke indicatoren die ons meer vertellen over welke richting(en) het uit gaat met de wereld op korte en middellange termijn. Daar moeten we ons dan op voorbereiden. Alleen wordt het er niet gemakkelijker op om goede indicatoren te bepalen in een wereld in volle vaart in beweging, die dan ook nog tijdig genoeg zijn om voorspellende waarde te kunnen hebben.
Conclusies
Een aantal vragen die we ons daarbij moeten stellen zijn:
Wat is dan de reasonable worst case voor Business Continuity Management? Welke maatregelen kunnen we opstellen om voldoende resilient te zijn, zonder dat ze een fortuin kosten? Welke maatregelen dekken meerdere mogelijke toekomsten geheel of gedeeltelijk af, zodat er strategisch en vooral ook in de global supply chain goede beslissingen kunnen genomen worden?
Hoe kunnen we ons voorbereiden en in welke mate moeten we dat doen? Op welke termijn komen ze voor? Hoe moeten we er over communiceren? Hoe doorbreken we de nefaste wetmatigheid van de psychologie die stelt dat wat we niet gewend zijn ons moeilijk kunnen voorstellen, wat we ons niet kunnen voorstellen zeer onwaarschijnlijk achten, wat we onwaarschijnlijk achten beschouwen als quantité négligable. Welk type netwerkleiderschap hebben we nodig? Wat is de rol van wie? Is het nodig om iedereen subsidiair beslissingsrecht te geven? Of zelfs beslissingsplicht? Hoe kunnen we de mensen voldoende vertrouwen in elkaar laten ontwikkelen op een dergelijke schaal? En hoever rekt de geografische scope van de aanpak? Welke partners willen we erbij betrekken, sectoren, landen, werelddelen… Maar ook een andere vraag dringt zich op: wat is de kans dat ik proximity bias heb in deze redenering door de laatste nieuwsberichten? Of nog een ander soort bias? Volgens recente onderzoekingen in de UK zou bias een alomtegenwoordig probleem zijn. Ook die gedachte maakt me onzeker. Er is werk aan de winkel. Wellicht voor iedereen.