Ongelijkheid van vermogen en inkomen

Ongelijkheid van vermogen en inkomen
Ongelijkheid van vermogen en inkomen: Aanwezige of waargenomen substantiële verschillen in de verdeling van activa, vermogen of inkomen binnen of tussen landen, resulterend in materiële verschillen in gerelateerde economische uitkomsten. Omvat, maar is niet beperkt tot: groeiende of aanhoudende armoede en economische polarisatie. De vraag in dit artikel is wat ongelijkheid van vermogen en inkomen aan risico’s met zich meebrengt. Daartoe bekijk ik dit verschijnsel vanuit sociaal-economisch-maatschappelijk, (geo-)politiek en demografisch standpunt. De vraag wordt daarmee: ‘Wat zijn de sociaal-economisch-maatschappelijke, (geo-)politieke  en demografische implicaties van ongelijkheid van vermogen en inkomen?’In deze tekst schrijf ik ten eigen titel, niet deze van enige organisatie. Het 2025 Global Risk Report – WEF geeft deze definitie (quotes uit documenten zijn met een vertaalprogramma naar het Nederlands vertaald)

Auteur: Manu Steens

Wat zijn sociaal-maatschappelijke risico’s van ongelijkheid van vermogen en inkomen?

Definities:

Sociale fragmentatie:

Sociale Fragmentatie is het proces waarbij de samenleving steeds verder uiteenvalt in gescheiden sociale groepen. Die hebben een minimale onderlinge interactie. De gemeenschappelijke binding neemt daarbij af. Er is daarbij:

  • Ruimtelijke Segregatie (Dit betekent gescheiden woongebieden voor rijke en arme bevolkingsgroepen) Daarbij verschillen de ontmoetingsplekken naargelang het verschil in socio-economische klasse.
  • Institutionele Scheiding. Alles wordt gescheiden: onderwijs, gezondheidszorg, sociale contactmogelijkheden…

Polarisatie:

Polarisatie is het verscherpen van tegenstellingen tussen de sociale groepen. Hierbij treedt op:

  • Ideologische tegenstellingen door een toenemende kloof in visie op de maatschappij, het ontstaan van wederzijds wantrouwen tussen de sociale groepen en een toenemende onbereidheid om te praten en compromissen te sluiten.
  • Communicatieve verwijdering door het verschil in gebruikte informatiekanalen, een beperking van begrip voor de ander, verharding van de eigen standpunten door het ‘grote gelijk’.

Sociale Mobiliteit:

Sociale Mobiliteit is het kunnen wijzigen van de sociaaleconomische positie van een individu of diens gezin, meestal om opwaarts te stijgen in de maatschappelijke hiërarchie.

Er zijn twee belangrijke vormen:

Verticale Sociale Mobiliteit:
  • Met een opwaartse beweging is er een verbetering van sociaaleconomische status, met een neerwaartse beweging een achteruitgang.
  • Invloed factoren zijn onderwijs, netwerken en economische kansen
Horizontale Sociale Mobiliteit:

Dit is een beweging waarbij men binnen dezelfde sociaaleconomische laag blijft, bijvoorbeeld door een verandering van beroep of sector zonder statuswijziging

Sociale Fragmentatie en Polarisatie

Door een groeiende economische kloof komt er een sterkere sociale verdeling. Verschillende inkomensgroepen leven anders en meer gescheiden. (OECD: ‘Income Levels And Inequality In Metropolitan Areas’ schrijft: “The higher the income inequality explained by differences in income between locations, the higher the extent to which households live concentrated, or “segregated”, in different municipalities according to their levels of income.”) Daardoor is er minder onderlinge interactie. Dit leidt op zijn beurt tot minder of geen begrip meer voor de andere. (Opmerkelijk: Sanaz Talaifar, Michael Buhrmester, Ozlem Ayduk en William B Swann in ‘Asymmetries in mutual understanding: People with low status, power, and self-esteem understand better than they are understood’ schrijven: “low status, low power individuals understand more than they are understood”.) Daardoor stijgt (hoofdzakelijk eenzijdig) wantrouwen. Er treedt een verslechterde sociale samenhang op.

Verminderde Sociale Mobiliteit en gezondheid

Door een toenemende ongelijkheid worden de kansen op opwaartse verticale mobiliteit beperkt. Daardoor zijn er voor kansarmen minder mogelijkheden op toegang tot kwalitatief onderwijs, goede gezondheidszorg en verticaal opklimmen in sociale netwerken. Daardoor blijft men over generaties heen in dezelfde status, heeft men hogere stress niveaus, gevoel van machteloosheid en lagere levensverwachtingen.

Het resulteert dus in een gezondheidsongelijkheid en slechtere levensomstandigheden, afhankelijk van het gender, etniciteit, opleiding, vroegtijdig pensioen …

Verhoogde Criminaliteit

Economische uitsluiting beperkt de mogelijkheden en perspectieven. Daardoor zoeken mensen soms een uitweg in de misdaad. Dit heeft hogere misdaadcijfers als gevolg. Mensen gaan criminele activiteiten als alternatieve overlevingsstrategie zien.

Economische Inefficiëntie

Door lagere inkomens is er een belemmerde economische groei door onder andere beperkte binnenlandse consumptie. Maar door ook een slechtere scholing zijn er minder menselijke kapitaalinvesteringen, wat ook leidt tot onderbenutting van talenten in de samenleving

Samengestelde gezinnen en sociaal-culturele transformaties

Psychologische stress zal via meer echtscheidingen en nieuwe partnervorming aanleiding geven tot een toename van samengestelde huishoudens. Dit verhoogt de complexiteit van familiestructuren die beïnvloed wordt door en van invloed is op economische druk.

Door economische druk, treedt er een verschuiving op in traditionele sociale normen. Traditionele gezinsidealen ruimen plaats voor nieuwe vormen van samenleven. Mensen gaan andere zaken, verwachten van de maatschappij en haar cultuur.

Wat zijn politieke risico’s van ongelijkheid van vermogen en inkomen?

Ondermijning van Democratische Legitimiteit

Als er een extreme economische ongelijkheid tussen sociale groepen optreedt, met sociale en politieke polarisatie, kan dit het vertrouwen in democratische instellingen aantasten via echo-kamers. Burgers percipiëren dat politieke systemen de belangen van rijke elites behartigen. Dat de kleine man het gelach betaalt. (Martin Gilens en Benjamin I. Page schrijven op de website van Cambridge University Press in ‘Testing Theories of American Politics: Elites, Interest Groups, and Average Citizens’: “…that economic elites and organized groups representing business interests have substantial independent impacts on U.S. government policy”.) Daardoor neemt het geloof in de politieke  vertegenwoordigers af. Scepsis bij de beslissingen van de politieke elite neemt toe.

Daardoor winnen populistische en extremistische bewegingen meer leden. (In ‘The rise of populist radical right parties in Europe’ op de website van International Sociology schrijft Murat Aktas: “They present a binary narrative of the ‘pure people’ versus the ‘corrupt elite’, undermining democratic systems and eroding the rule of law by portraying legislative and judicial bodies as obstacles to the expression of popular sovereignty.”)

De economische frustratie en de gevoelens van machteloosheid kunnen behalve criminaliteit dus ook radicale politieke ideologieën bevorderen.

Daarvan maken populistische leiders gebruik om de kansarmen te beïnvloeden door het bevorderen van polarisatie tussen bevolkingsgroepen en door een lage bereidheid tot compromissen. (In ‘Political Polarization In The American Public’ schrijven Michael Dimock, Jocelyn Kiley, Scott Keeter en Carroll Doherty op de website van Pew Research Center dat “The nation’s increasing ideological polarization makes political compromise more difficult, in part because those at opposite ends of the ideological spectrum see less benefit in meeting the other side halfway.”)

Ongelijke Politieke Invloed en politieke instabiliteit

Elke ongelijkheid, speciaal ook economische ongelijkheid, leidt tot onevenredige politieke macht. Zo is er een grotere lobbycapaciteit voor rijken en een beperkte politieke participatie voor kansarmen.

Door polarisatie ontstaat ook vlotter een wetgeving die vooral de belangen van rijken bevoordeelt. Dit leidt tot een slechtere werking, niet-werking of een foute werking van democratische checks and balances.

Daardoor ontstaat bij kansarmen een ongeloof in eigen kansen en gelijke kansen binnen het heersend politiek bestel. (Timothy M Smeeding schrijft in het artikel ‘Multiple Barriers to Economic Opportunity for the “Truly” Disadvantaged and Vulnerable’ dat “Finally, the belief in the opportunity to reach the American Dream is in question today.”)

Dergelijke zaken kunnen aanleiding geven tot een verhoogd risico op sociale onrust. (Volgens Ines A Ferreira, Rachel M Gisselquist en Finn Tarp in het artikel ‘On the Impact of Inequality on Growth, Human Development, and Governance’ op de website van Oxford Academic geldt volgens  Alesina and Perotti (1996): “social unrest—resulting from social discontent caused by income inequality—can lead to an increasing probability of political violence”) Dit uit zich vooreerst in demonstraties en protestbewegingen, later in een maatschappelijke ontwrichting. Daarna wordt het onmogelijk voor de overheid om nog consensus te bereiken door toenemend populisme, radicalisering en verzet tegen bestaande politieke systemen.

Erosie van Institutioneel Vertrouwen

Op mindere schaal ondermijnt het sociaal-economisch verschil de gelijkheid in de sociale en geneeskundige zorg- en vangnetten.

Door de bijhorende sociale fragmentatie ontstaan ook locale verschillen, wordt nationale identiteit ondermijnd. (In het artikel ‘Social Integration and Fragmentation: Holding Societies Together’ op de website van Humanity on Trial schrijft Ton Bührs: “Social integration is an ongoing challenge that provokes different and ambivalent responses. On the one hand, it provides grounds for an emphasis on the importance of language and culture, history and traditions, and ideas about the existence of ethnic or national identity.”) De sociale groepen gaan zich meer op zichzelf focussen en zich willen afscheiden van elkaar, onder andere door ongenoegen met politieke besluitvorming.

Geopolitieke Kwetsbaarheid

Economische ongelijkheid heeft ook internationale consequenties doordat er een lagere nationale competitiviteit mogelijk is. (IMF stelt dat “Trade has been an engine for growth in many countries by promoting competitiveness and enhancing efficiency.”) Dit heeft een grotere gevoeligheid voor externe economische schokken als gevolg, waardoor mensen uit lagere klassen bereid zijn economische migratie-uitdagingen aan te gaan. (Jeffrey G. Williamson en Tim Hatton schrijven in het artikel ‘Global economic slumps and migration’ dat “International migration has always responded to the ebb and flow of the business cycle.” ) Door de zwakkere economische positie ontstaan er afhankelijkheden op allerlei vlakken van de staat, zoals externe gezondheidshulp, scholing,… waardoor de staat in een zwakkere diplomatieke positie komt te staan. De staat wordt afhankelijk van grillen van andere staten.

Beperking van Politieke Participatie

Door een verminderde lobbywerking uit kwetsbare groepen hebben deze minder politieke vertegenwoordiging. (Toch daar waar verkiezingen niet verplicht zijn.) Dit beperkt economische kansen van deze populatie, wat zorgt voor een facilitatie van politieke ideologische polarisatie.

Dit leidt weer tot een verharding van de standpunten van elk van de sociale lagen, met alle gekende gevolgen.

Mensen gaan twijfelen aan de mogelijkheden tot sociale mobiliteit. Peter Saunders schrijft in ‘Social Mobility Truths’: “If the number of middle class jobs expands over time, and the size of the working class contracts, absolute mobility rates will rise, but this does not necessarily mean that the relative chances of middle class and working class children ending up in middle class or working class jobs has changed. Changes in absolute mobility rates do not therefore necessarily indicate changes in social fluidity.”

Wat zijn demografische risico’s van ongelijkheid van vermogen en inkomen?

Bevolkingssamenstelling en Gezinsvorming

Robert I. Lerman schrijft in ‘Marriage and the Economic Well-Being of Families with Children: A Review of the Literature’ dat: “The results reveal that marriage significantly and substantially reduces the likelihood of poverty, holding constant for family background, race and ethnicity, age, education, and marital vs. non-marital childbearing.”

Migratiepatronen

Er treden binnenlandse migratiestromen op van arme gebieden / wijken naar rijke. (Bijv. in China: Priya Deshingkar schreef in maart 2006 in ‘Internal Migration, Poverty and Development in Asia’: “There has been a continuous outflow of labourers from more populous agricultural areas to the industrialising regions in China. While half of these movements are inter-provincial from the underdeveloped parts of the country to the east coast, the rest are intra-provincial rural–urban movements within the eastern provinces.”) Maar ook internationaal is er een toename van migratiedruk. Er treedt een migratie van talent en competenties op uit de economisch minder sterke gebieden. Wel zorgen vaak de migranten voor hun achtergeblevenen door het opsturen van geld.

Generatiespecifieke Kwetsbaarheden en Gezondheidsgerelateerde Demografische Effecten

Jonge generaties zijn afhankelijk van oudere generaties bij sociale mobiliteit. Dit levert verminderde toekomstperspectieven voor generatie Z en millennials. Er is intergenerationele overdracht van economische tegenspoed, evenals fysieke en mentale gezondheid over generaties heen

Een lagere levensverwachting in economisch zwakkere groepen treden op door hogere kindersterfte door slechtere gezondheidszorg.

Uiteindelijk treedt er vergrijzing op met als gevolg, door een tekort aan jeugd, een tekort aan zorgcapaciteit voor oudere generaties. Dit levert druk op sociale zekerheid en de bijhorende systemen.

Stedelijke en Regionale Demografische Dynamiek

Economisch kansrijke gebieden zullen verstedelijken en door economische binnenlandse migratie zullen economisch zwakkere regio’s ontvolken.

Dit leidt tot ruimtelijke segregatie met verschillen in rijkdom en armoede naargelang geografische gebieden.

Door de demografische ongelijkheid gaan de meest ondernemende individuen uit achtergestelde regio’s of sociale groepen migreren naar betere economische gebieden. Dat levert op zich nieuwe uitdagingen zoals Nagesha B schrijft in het artikel ‘An Economic Analysis of Internal and International Migration – Some Issues and Challenges‘: “Problems related to migration are challenging, such as Rapid Growth in Population, Challenges of High Labour Migration Cost, Inadequate Resource Allocation, and Lack of Skilled Human Resource.”

Manu Steens

Manu werkt bij de Vlaamse Overheid in risicomanagement en Business Continuity Management. Op deze website deelt hij zijn eigen mening over deze en aanverwante vakgebieden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Recent Posts