Interstatelijk gewapend conflict (oorlog, proxy-oorlogen): Bilateraal of multilateraal gebruik van geweld tussen staten, dat zich manifesteert als proxy-oorlog of openlijke, hete oorlog. De vraag in dit artikel is wat Interstatelijk gewapend conflict aan risico’s met zich meebrengen. Daartoe bekijk ik dit verschijnsel vanuit sociaal, politiek en technisch standpunt. De vraag wordt daarmee: ‘Wat zijn de sociale, politieke en technische implicaties van Interstatelijk gewapend conflict voor Europa en de wereld?’. Ik hou het bij niet-nucleaire gewapende conflicten. | In deze bijdrage schrijf ik ten eigen titel, niet dat van enige organisatie. Het 2024 Global Risk Report – WEF geeft deze definitie (quotes uit documenten zijn met een vertaalprogramma naar het Nederlands vertaald) |
Auteur: Manu Steens
De situatie vandaag met interstatelijk gewapend conflict (oorlog, proxy-oorlogen)
De wereld nadert naar mijn gevoel een tipping point. Rusland viel in februari 2022 Oekraïne binnen en heeft nu, na bijna 3 jaar, zijn doel nog niet bereikt. Noord Korea doet moeilijk tegen Zuid Korea en begon een massale recrutering van soldaten voor zijn leger. Noord Korea leent ook soldaten uit aan Rusland in Oekraïne, die dus oorlogservaring kunnen opdoen. De aard van oorlog verandert, onder meer door een massale inzet van drones en raketten, waarvoor niemand kan schuilen. Rutte, de nieuwe ‘baas van de NAVO’ waarschuwt dat we ons serieus moeten wapenen tegen oorlog. Regeringen maken duidelijk aan burgers dat ze niet voor alles kunnen instaan en spreken over wat je zelf kan doen. Maar wat zijn de sociale, technische en politieke zaken die gaan kunnen optreden?
Inhoud
Sociale implicaties van interstatelijk gewapend conflict:
De in de EU door de doorsnee burgers best gekende oorlogen in de wereld zijn die van Oekraïne, Gaza en de interventies in Syrië, hoewel die laatste geen zuiver interstatelijke oorlog is. De belangrijkste sociale implicaties verdelen zich over de getroffen maatschappelijke cohesie, vluchtelingen, mentale gezondheid en sociale solidariteit. Ik bespreek deze hier gescheiden. Er kan echter overlap bestaan.
Maatschappelijke Cohesie:
In het heden (Gaza) zien we sterke spanningen tussen verschillende etnische en religieuze groepen. Zo valt Israël niet alleen Gaza aan, maar lijkt het er op dat ze deze strijd ook aangaan in de rest van de wereld, met naast het vermoorden van een Iraanse generaal, honderden aanvallen in Syrië. In Oekraïne strijden de etnische Oekraïners intussen verder tegen de Russen. Dit laatste is geïdentificeerd als de grootste proxy-oorlog tot nu.
Een van de wapens is de polarisatie in samenlevingen over steun aan conflictpartijen. Daarbij trekken alle partijen het laken naar zich toe. Ook over de oorlog in Oekraïne zijn de meningen verdeeld. Zo ook in Oekraïne zelf.
Er treedt daarbij risico op van discriminatie van minderheden die geassocieerd worden met conflictpartijen. Zoals Joden die niets met het conflict in Gaza te maken willen hebben, die geviseerd worden in andere landen. Maar ook in de EU-landen begint discriminatie de kop op te steken.
Daarbij treedt een ongelijke verdeling van de lasten van het conflict op. Alle miljarden dollars en Euro’s die de USA en anderen geleend hebben aan Oekraïne voor aankoop van wapensystemen. Wie gaat die leningen (kunnen) terugbetalen? Ofwel worden grote sommen kwijtgescholden. Ofwel zal de Oekraïense burger van de toekomst zwaar belast worden, ofwel zal Oekraïne een faillissement moeten aanvragen. Daarbij kan dan Oekraïne ‘verkocht’ worden aan de meestbiedenden. Geen van deze oplossingen zal positief zijn voor de maatschappelijke cohesie.
Vluchtelingen en Migratie:
Er zijn bij de oorlog van Oekraïne grootschalige vluchtelingenstromen op gang gekomen die opgevangen werden in de EU. Die hebben veel druk gezet op opvangsystemen en het gezondheidssysteem van gastlanden.
Daarbij treden integratie-uitdagingen op in gastlanden. Thuis blijft men de taal spreken van het land van herkomst. Bovendien is in meerdere landen in de EU inmiddels het beroep van leerkracht niet langer populair. De kinderen van vluchtelingen kunnen met hun jaargenoten niet direct mee door taalachterstand. Langs de andere kant zijn er een aantal vluchtelingen die hun handen uit de mouwen steken, en knelpuntberoepen invullen. Of tegen alle moeilijkheden in de taal toch leren, en erin slagen hun diploma te halen. Daarmee gaan ze lokaal aan de slag.
Er gebeurt door sommigen ook misbruik van het systeem. Dat levert sociale spanningen rond opvang en verdeling van middelen. Dit gaat gepaard met impact op lokale instituten die voorzien in ondersteuning aan hulpbehoevenden.
Mentale Gezondheid:
Traditioneel gekend zijn collectief trauma en angst in de samenleving en post-traumatische stress bij veteranen en bij vluchtelingen. Er is echter meer. Psychologische impact op kinderen en jongeren treedt meer op dan we denken. Niet alleen voor de vluchtelingen, maar voor iedereen die op sociale media in contact komt met beelden van extreem geweld. Door dit alles is er een toename van de behoefte aan psychosociale zorg. In de psychologische zorg zullen dus knelpuntberoepen toenemen.
Een groot aantal mentale problemen zijn gelijklopend met die van een intrastatelijk geweld. Daar werden tevens een aantal gezondheidsproblemen besproken op fysiek vlak en op langere termijn.
Sociale Solidariteit:
De oorlog in Oekraïne heeft voor een ongeziene nieuwe vorm van maatschappelijke steun en hulpverlening gezorgd, door de massale tijdelijke bescherming in EU landen. In Vlaanderen werden zelfs ‘opvangcentra’ georganiseerd. Dit leverde natuurlijk ook spanningen door de dualiteit tussen solidariteit en eigenbelang.
Ook waren er veranderende percepties van “vriend” en “vijand”: daar waar veel Duitsers nog schuldgevoelens hebben over WOII, hebben ze nu duidelijk vriendschap gesloten met een aantal landen met Slavische bevolking. Er kwam door de oorlog een duidelijke kijk op hoe de NAVO-landen impact hebben op internationaal begrip en samenwerking. De overheden ondernemen zorgen tevens voor een opvoeding van de maatschappij tot een meer weerbare bevolking. Een eerste stap daarbij zijn oproepen tot zelfredzaamheid. Daarbij hoort een oproep om een survival-kit aan te leggen, inclusief een lijstje wat daarin allemaal thuishoort. Dit met de idee dat de bevolking zich niet massaal moet omvormen tot preppers.
De reden voor voorbereiding wordt er niet steeds bij verteld, maar zodra de oorlog in Oekraïne stopt, kan Rusland zijn economie volledig overschakelen op een oorlogseconomie en kan het zijn leger omvormen en versterken. Het resultaat is een versterking van de dreiging aan het adres van de NAVO-landen.
Technische implicaties van interstatelijk gewapend conflict:
Militaire technologie ontwikkelt zich supersnel. Cyberveiligheid is daarbij een absolute must. Ook de industriële mogelijkheden en communicatietechnieken zijn belangrijk, en het eeuwige energievraagstuk alsook infrastructuur rond energie en communicatie. Al deze zaken van technologische vereisten en bronnen van problemen wijzen naar een nood aan meer focus op strategische technologische autonomie. Internationale samenwerking én competitie in ‘dual-use’ technologieontwikkeling binnen NAVO landen is daarbij een economische stimulans waard.
Militaire Technologie:
Wanneer het moet, kan men meer. Een versnelde ontwikkeling van nieuwe wapensystemen is dus een bijna logisch gevolg. De economie schakelt dan immers om naar een oorlogseconomie, en daarbij hoort tevens innovatie. Men wil niet alleen betere wapens dan de opponent, men wil tevens de wapens van de tegenstrever beantwoorden met nieuwe systemen. Die moeten de wapens van de vijand nutteloos maken in een aanval. Bijvoorbeeld de satellieten. Om dit te kunnen doen zal men dan ook in toenemende mate autonome systemen en kunstmatige intelligentie gaan gebruiken in oorlogvoering, met alle gevaren vandien. Vertrouwen in die systemen is nodig. Maar dat moeten ze verdienen. Want dergelijke systemen moeten ‘leren’ en die leertijd is nooit af, zoals gebleken is in de vredevolle technologie van zelfrijdende auto’s, of zelfs maar de zelfsturing van remsystemen in elektrische auto’s, die door bijvoorbeeld een schuin invallend licht de stilstaande vrachtwagen voor uw wielen kunnen missen. Een voorbeeld van dergelijk antwoord van Rusland op de antiraketsystemen van de NAVO zijn de ongelooflijk snelle raketten die niet meer zomaar te onderscheppen zijn. Daarom zal het westen andere technieken moeten gebruiken. Een idee in evolutie is om lasers in te zetten als wapens. Als men er in zou slagen om dergelijk laserpotentieel op te bouwen in de ruimte, zou men de aanvallen van bij het begin van agressie kunnen neutraliseren op het terrein van de agressor zelf. Het groeiend belang van ruimtevaart- en satelliettechnologie voor militaire doeleinden is dan evident. Men is reeds bezig in de USA met de ruimte als militair domein te ontwikkelen.
Hybride oorlogsvoering
Verschuiving naar hybride oorlogvoering is daarmee ook geëvolueerd. Men kan economische, politieke, desinformatie- en cyberaanvallen toepassen om de tegenstander te verzwakken, voordat men een fysieke aanval pleegt. Economische aanvallen zijn bijvoorbeeld handelsoorlogen met taksen die men heft op invoer, maar ook het verbieden van uitvoer naar andere landen, zoals met hoogwaardig technologisch materiaal dat niet mag verkocht worden aan China, of handelswaren die men niet meer aankoopt uit Rusland, of verkoopt aan Rusland. Daardoor treden tekorten op, of worden industrieën geraakt. Politiek kan men partij kiezen voor de strijdende partij waarvoor men sympathie heeft, door leningen toe te staan, of wapens te verkopen of cadeau te doen. Of tegoeden van opponenten te bevriezen of te ontnemen. :
Desinformatie is een wapen dat burgers kan treffen, wanneer ze er geloof aan hechten, zoals geloof in de slagkracht van de opponent. Maar waar men in de toekomst zeker voor moet oppassen is de kracht van cyber. Dat kan op meerdere vlakken. Cyber is krachtig en cyber is kwetsbaar. Met AI en de ervaring die we opdoen in zelfsturende systemen, samen met Drone-technologie, is de dag niet ver meer dat we een soort ‘Terminator’ machine ontwikkelen. Die zal de mens op het slagveld in snelheid en doeltreffendheid overtreffen. Maar indien die gebaseerd zijn op IT, is de verleiding groot dat de opponent deze kan hacken, en zo tegen de eigenaar kan inzetten.
Cyberveiligheid:
Cyberaanvallen op kritieke infrastructuur zullen verhogen, zolang ze niet vernietigd worden met ‘klassieke’ wapens. Wat hierbij als kritieke infrastructuur bestempeld wordt is voor de EU voor een groot deel bepaald door de NIS2-richtlijn. Naar mijn mening is het bij een langer durende oorlog ook nuttig om scholen als kritieke infrastructuur te zien. Deze redenering zien we gepraktiseerd door Israël in Gaza. Israël probeert daarmee bij elke oorlogsvoering zelf de winsten te maximaliseren, door het dom houden van de potentiële vijand aan de eigen grens.
Dit bewijst de absolute noodzaak tot versterking van de eigen digitale aanvals- en verdedigingssystemen tegen aanvallen van buitenaf. Daarbij komt innovatie om de hoek kijken, en dus de ontwikkeling van geavanceerde cyberwapens en tegenmaatregelen.
Om voor die veiligheid in te staan heeft de GDPR een speciale clausule: in tijden van nood, als het gaat om nationale veiligheid, kan men de privacywetgeving soms aan de kant schuiven. En dat mag al in vredestijd, als de nood duidelijk is. Er kan dus snel impact op privacy en digitale vrijheden door verhoogde surveillance optreden. In naam van de veiligheid van iedereen.
Industriële Capaciteit:
Heroriëntatie van industrie naar defensieproductie is een deel van het antwoord. Zelf zou ik technologische innovatie stimuleren die men duaal (zowel civiel als militair) kan inzetten. Een voorbeeld is het dagelijks door miljarden mensen gebruikte GPS systeem. Dat daarbij niet-alledaagse producten nuttig en nodig zijn is evident. Men heeft voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën nood aan zeldzame aarden bijvoorbeeld. Daarover kan dus een handelsoorlog woeden, wanneer de opponent die probeert te monopoliseren. Met zeldzame aarden produceert men zeldzame technologische componenten. Druk op toeleveringsketens voor kritieke componenten en zeldzame materialen zal dus toenemen wanneer men zich inzet om wapensystemen voor een toekomstige oorlog te ontwikkelen. Een wetenschappelijk voordeel is de versnelde innovatie in materiaalwetenschap en productieprocessen. Maar een nadeel dan weer is dat dit wellicht vaak fabrieksgeheimen zullen worden.
Communicatietechnologie:
Een apart zenuwpunt is communicatietechnologie. De ontwikkeling van veiligere communicatiesystemen is een ‘must-be’ wil men militaire opdrachten veilig doorgeven. Ook hier heeft de oorlog in Oekraïne aan beide zijden de zwakten van het gebruik en de bijhorende traceerbaarheid van gewone smartphones en tablets aangetoond. De opponent kan, door een goede monitoring van de GSM-signalen, de locatie van vijandige troepen waarnemen, en daar zijn tactieken op het slagveld aan aanpassen. Encryptietechnieken en andere beveiligingstechnologieën zullen noodzakelijk zijn om de militaire besprekingen over al dan niet publieke netwerken veilig te kunnen voeren.
Bij communicatietechnologieën horen ook methoden die geschikt zijn voor informatieoorlogvoering en tegenpropaganda. Desinformatie, zoals eerder reeds aangehaald, maakt hier een groot deel van uit. Maar ook hier zal AI nuttig blijken.
Energie en infrastructuur:
Zoals geweten, het eerste wat men technisch nodig heeft om iets te creëren of te herstellen, de maatschappij draaiende te houden of haar terug in gang te zetten, is energie en alle bijhorende en andere nuttige infrastructuur. Om voorbereid te zijn op een oorlog moet men dus beginnen met nadenken over de ontwikkeling van resiliënt energiesystemen en over technische maatregelen voor de bescherming van kritieke infrastructuur. NIS2 is daar een voorbeeld van ten aanzien van cyberveiligheid. Daarnaast moet energie ook opgeslagen en gedistribueerd kunnen worden. Daartoe is de toename in kennis van batterijen een voordeel, maar nog onvoldoende gevorderd.
Naast energie heeft de maatschappij zeer veel nood aan communicatie ten tijde van oorlog. Versterking van communicatienetwerken tegen verstoringen van aller aard (die bijv. een elektriciteitspanne veroorzaken) is dus absolute noodzaak. Daarbij is de kwetsbare infrastructuur van West Europa onvoldoende voorzien van back-up systemen, om een weerbaar antwoord te geven. Het eerste netwerk dat daartoe werd ontworpen was het internet. Er zou echter ook behoefte kunnen ontstaan aan massaal veel gebruik van satelliettelefonie. Zeker wanneer hackers en ‘whipers’ het internet overspoelen.
Politieke implicaties van Interstatelijk gewapend conflict:
Politieke implicaties zijn veelzijdig. Ik haal hier kort een niet-limitatief aantal aan, die ik alleen onvolledig kan uitwerken. Namelijk de mondiale machtsverhoudingen, de bijkomende economische impact, de Europese veiligheidsarchitectuur, regionale stabiliteit en democratische waarden.
Mondiale Machtsverhoudingen:
Door de invasie van Rusland in Oekraïne en de dreigingsperceptie naar andere landen toe beslisten een aantal landen om toe te treden tot de NAVO. Daardoor werd de NAVO sterker, en dit verplicht Rusland zijn grensbewaking uit te breiden. Dit spreidt de krachten van het Russische leger uit.
Tevens is er een sterk contact ontstaan tussen Noord-Korea, China, Iran en Rusland qua internationale wapenhandel, en hebben een groot aantal landen zich positief geuit over de BRICs munt, voorgegaan door de Chinese renminbi. De bedoeling is een tegenwaarde te vormen voor de dollar en de Euro.
Economische Impact:
Europa en de USA hebben een aantal handelsbetrekkingen met Rusland verboden. Overheden van de USA en de EU floten organisaties met voet aan de bodem in Rusland terug. Voorlopige onbekenden vernietigden een toeleveringsketen van gas. Andere toeleveringsketens werden omgeleid. Organisaties moesten handelsrelaties opschorten. Mede daardoor ontstaan nieuwe handelsblokken en economische corridors. Prijzen van energie en grondstoffen gaan de volatiele weg op, waardoor de politiek pogingen onderneemt om deze te stabiliseren.
De USA legde de vinger op de wonde wat betreft de te kleine defensie-uitgaven van een aantal NAVO landen. Die landen zullen de defensie-uitgaven terug opvoeren, waardoor andere overheidsuitgaven onder druk komen te staan.
Europese Veiligheidsarchitectuur:
De situatie van de oorlog in Oekraïne zorgde voor een herbezinning op Europese defensiecapaciteiten en strategische autonomie van de EU binnen de NAVO en de wereld. Algemeen werd erkend dat een versterking van de NAVO als collectief veiligheidssysteem nuttig is en nodig. De vraag is of de NAVO ook zal veranderen in haar aard als verdedigingssysteem. Vooral op technisch vlak dan omdat er met de huidige technische ontwikkelingen zoveel meer mogelijk is dan een gevecht van mens tegen mens.
Met de uitbreiding van de NAVO is een eerste stap gezet van een toenemende eenheid als antwoord op de behoefte aan eenheid in Europa. Ook van Europese eenheid in buitenland- en veiligheidsbeleid. Door uitbreiding van de NAVO gaat er meer behoefte zijn van ‘ons werkt samen met ons’. Er zijn echter ook stemmen die zich afvragen hoe de wereld er zou gaan uitzien zonder NAVO.
Algemeen is er een groeiende aandacht voor hybride dreigingen en cyberoorlogvoering. Die alleen op zich is reden genoeg volgens mij om de rangen van de NAVO en de Europese Unie te sluiten. Om kennis samen te ontwikkelen, en de baseline van NAVO-capaciteit stelselmatig te verhogen.
Regionale Stabiliteit:
Afhankelijk van hoe de oorlog zich verder ontwikkelt, zal er invloed ontstaan vanuit de oorlogsgebieden naar veiligere regio’s in de EU. Daarbij zullen vluchtelingestromen opnieuw kunnen toenemen. Terreurdreiging kan toenemen en veranderen van aard. Regio’s kunnen zich verplicht voelen om zich te gaan over bewapenen en de legerdienst terug in te roepen, waar die nu niet verplicht is. Dit kan een neerwaartse spiraal uitlokken op vredesbesprekingen. Maar ook een positieve.
Democratische Waarden:
Door de desinformatie, de politieke, economische en levensbeschouwelijke tegenstellingen en daardoor de verdeeldheid binnen de bevolking, is het evident dat polarisatie optreedt. Zo ook in hogere politieke regionen. Militaire druk vertaalt men politiek en zet druk op burgerlijke vrijheden door veiligheidsmaatregelen, zoals die onvermijdelijk zullen optreden indien de oorlog van Rusland met Oekraïne tot een einde zou komen. Democratie houdt ook de verantwoordelijkheid in om je gezamenlijke rechten te beschermen. Mee op dat idee is de NAVO gebouwd. Dat geeft vanuit de politiek een belangrijke wending, namelijk hoewel we een democratie zijn, de vrijheden minder absoluut worden. Zoals we uit de geschiedenis leren, is het daarbij de opdracht aan de politiek om risico op autoritaire tendensen in crisis- en oorlogstijd correct aan te pakken zodat deze tendensen niet kunnen escaleren.