Auteur: Manu Steens
In dit artikel schrijf ik mijn persoonlijke mening, niet die van enige organisatie
Opportuniteiten en fantasie
Momenteel ben ik mij aan het verdiepen in hoe men opportuniteiten kan spotten. Dat heeft met het hebben van visie gemeen dat men moet beschikken over fantasie, creativiteit en verbeelding. Dit heeft men nodig om te komen tot een alternatief van het louter afhandelen van bedreigingen binnen risicomanagement. Het voordeel bij opportuniteitenmanagement is dat men reeds een sterker ontwikkelde poot heeft binnen risicomanagement waarop men kan steunen, namelijk precies dat dreigingenmanagement. Maar men heeft dus fantasie nodig. En daar hapert het soms om creatief te zijn. Op welke manier dan?
Inhoud
Een psychologisch obstakel: cognitieve dissonantie.
Een belangrijke, gekende psychologische hinderpaal is cognitieve dissonantie.
Daarmee val ik dus binnen in huis met een moeilijke term uit de psychologie, die zowel opportuniteiten als visie kan verwoesten door hen te voorkomen.
Wat is cognitieve dissonantie en geef eens een goed voorbeeld zal je vragen.
Cognitieve dissonantie is geïntroduceerd door de psycholoog Leon Festinger in 1957. De term wordt gebruikt om het ongemak te beschrijven dat wij voelen wanneer onze overtuigingen in twijfel worden gebracht door tegenstrijdige informatie. Want de meeste mensen zijn gedreven door het verlangen om psychologisch consistent te blijven. Om dat te bekomen zal men elke tegenstelling aan de eigen waarheden negeren, vergeten, niet willen horen noch weten of zelfs wegredeneren. Men stelt de eigen “waarden” dus niet in vraag. Die “waarden” noemt men soms ook “frames” en zijn persoonlijk.
Een woordje uitleg vind je ook hier: https://en.wikipedia.org/wiki/Cognitive_dissonance.
Een beroemd voorbeeld
Een goed voorbeeld dat zeer veel het nieuws haalde is het rotsvaste geloof van Alan Greenspan had in de zelfregulering van de markt, waarmee de grootste crisis uit de huizenmarkt aanleiding gaf tot de ergste wereldwijde crisis sinds de grote depressie. De situatie schreeuwde om overheidstoezicht op kredietinstellingen, zodat de banken geen geld zouden lenen aan ongeschikte leners. Greenspan weigerde dit, omdat hij erop vertrouwde dat de markt de slechte kredietrisico’s eruit zou filteren. Het werd een vastgoedzeepbel. Door de cognitieve dissonantie van een man in een machtige positie. Hij negeerde alle verwittigingen. Pas op 23 oktober erkende hij dat hij een fout had gemaakt door te vertrouwen op zelfregulering van de markten. Geïnteresseerden vinden meer hier: https://en.wikipedia.org/wiki/Subprime_mortgage_crisis
Een ander voorbeeld: Covid19
Hoe zit het dan met Covid? Op 20 september 2019 verscheen een artikel over een rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde naties. De titel blokletterde: “The World Knows an Apocalyptic Pandemic Is Coming But nobody is interested in doing anything about it.” (https://foreignpolicy.com/2019/09/20/the-world-knows-an-apocalyptic-pandemic-is-coming/)
Daar was dus een instelling, de verenigde naties, die de wereld toch enige bescherming moet geven en dit ook poogde te doen, die de wereld verwittigde dat een pandemie voor de deur stond. Toch riepen politici overal ter wereld dat ze het niet konden weten. Er was hier mogelijks sprake van een vorm van een massale cognitieve dissonantie, met alle gevolgen van dien. Een man kan blijkbaar de wereld in een crisis draaien, maar een organisatie van mensen die voorbij de eigen waarheden kunnen kijken zijn niet in staat de wereld te redden.
Daarnaast kan altijd de vraag gesteld worden natuurlijk wat we hadden kunnen doen als er massaal geloof zou gehecht geweest zijn aan het rapport. Want eigenlijk, men wist niet vanwaar het zou komen. Dat wist men niet.
We kunnen lessen trekken uit Covid19
Ondertussen hopen we maar dat we kunnen leren van Covid19, en dat hebben we wel degelijk, er zijn ook een aantal sterke staaltjes geleverd: nooit zo snel kwamen er vaccins op de markt, nooit eerder ontplooide zich zo snel een vaccinatieprogramma op dergelijke schaal, met groeipijnen dat wel. Maar men doet het toch maar.
Ondertussen zitten de onderzoekers natuurlijk niet stil met het ontwikkelen van andere vaccins, voor andere ziektes. Een daarvan die nu zeer beloftevol is, is die voor malaria. Daartoe is er vanuit Covid19 een enorme geleerde les: als wij, de mensen, het willen, kunnen we de hele wereld vaccineren. Dat betekent dat het een opportuniteit is van de geleerde lessen van covid19 om de ervaring met vaccinaties op grote schaal toe te passen op deze vreselijke ziekte. Een pleidooi voor deze kwestie vind je hier: https://theconversation-com.cdn.ampproject.org/c/s/theconversation.com/amp/new-malaria-vaccine-proves-highly-effective-and-covid-shows-how-quickly-it-could-be-deployed-159585
De vraag is of hier dan een geïdentificeerde les ook een geleerde les zal worden voor onze wereldleiders, of dat ze cognitief dissonant zouden reageren.
Recht op cognitieve dissonantie?
In dat laatste geval heb ik echter een vraagstuk. Mensen mogen zeer toegewijd zijn aan hun baan op hoge posities. Dat impliceert echter dat deze mensen grote verantwoordelijkheden hebben die hun job met zich meebrengt. Hebben zij dan het psychologische recht om perspectieven niet te overwegen als ze niet stroken met hun diepgewortelde overtuigingen, welke die dan ook zijn? Hebben zij het recht om te weigeren? Om niet te overwegen? Om weg te redeneren? Hebben zij recht op cognitieve dissonantie? Of moeten zij zich daartegen wapenen? En hebben zij de plicht daartoe?
Mogen de burgers overal ter wereld hopen dat de dramatische inschattingsfouten van Covid19, zullen aanleiding geven tot iets moois, namelijk meer onderzoek naar vaccins en naar logistiek om het juiste vaccin te brengen tot de juiste doelgroepen? Indien niet betalen we opnieuw een dure prijs voor een inflexibele houding. Wereldleiders moeten dus (durven) hun frames te doorbreken.
Tenslotte
Mijn advies hier is dus: “doorbreek de belemmeringen door frames, heb fantasie, creëer visie ! Leer de opportuniteiten die zich aandienen te herkennen en te benutten. Help elkaar daarin ! Treedt uit het regeren van het “gisteren tot nu” en kijk naar mogelijke toekomsten, ook voor binnen zeven generaties.”
Om dat te kunnen, is een goede risicocultuur nodig van de wereldtop. Dat houdt in dat elke medewerker binnen elke organisatie (dus van bottom-up) op zijn niveau open moet staan voor het herkennen en aanpakken van niet alleen bedreigingen, maar ook opportuniteiten. Dat doe je niet door aan de wereld een verhaal van risicomanagement ex cathedra te declameren. Dat doe je misschien wel door in de wereld, misschien eerst op het niveau van de hoge functies, een cultuuromslag te realiseren waarbij men niet alleen oog heeft voor het negatieve, maar veeleer voor het positieve. Een visie is daarvoor noodzakelijk. En misschien ziet onze generatie het resultaat, misschien ziet pas de volgende generatie het resultaat. Maar laten we proberen. Een andere optie hebben we immers niet echt.