An introductory guide

Auteur: Bernardo Delogu
In dit boek geeft de auteur een aantal concepten en methoden aan van risicoanalyse die het meest relevant zijn voor de ontwikkeling en toepassing van EU risicobeleid en wettelijke maatregelen. Het focust zich daarbij op drie soorten risico’s: gezondheidsrisico’s, veiligheidsrisico’s en milieu risico’s.
Doorheen het boek vertrekt de auteur bij het concept van risico’s en risicoanalyse, en gaat verder met de behandeling van risicomanagement, risicocommunicatie en uiteindelijk risicogovernance. Het boek sluit af met een samenvattend hoofdstuk van de belangrijkste kwesties die behandeld werden doorheen het werk.
Maar wat zijn de zaken die, naast een hoop zaken die moesten behandeld worden als goed principe toegepast op beleid, het meeste bijbleven uit dit werk?
Ten eerste zijn er de risicomanagement principes en criteria die de EU hanteert als regelgevend orgaan. Een eerste is het voorzichtigheidsprincipe (PP: precautionary principle). Een tweede is het subsidiariteitsprincipe. Het derde is het proportionaliteitsprincipe. Hierbij moet telkens elk van deze principes verrechtvaardigd zijn. Zo is bijvoorbeeld overdreven onverantwoordbare voorzichtigheid niet goed te keuren.
Andere punten zijn de risk-risk evaluatie, de kosten-baten evaluatie en het verschil tussen gevaren (Hazard) en risico’s. Dit laatste werd het best uitgelegd tot nu toe in dit boek. Een Hazard is een eigenschap van bijv. een materiaal of een wezen “an sich” terwijl een risico een bedreiging is waarbij de omgevingssituatie mee in rekening wordt gebracht. Bijvoorbeeld een kaas Camembert en de listeriabacterie. De listeriabacterie op zich is een levensgevaarlijke bacterie. In een ‘omgeving’ van camembert is ze echter niet riskant voor mensen. (https://www.nieuwsblad.be/cnt/goledsud)
Verder is de relatie met belanghebbenden zeer belangrijk voor de EU. Daarbij hanteren ze de principes van deelname (participation), openheid en aansprakelijkheid, effectiviteit en het verzekeren van stelselmatige consultatieprocessen over de diensten van de EU heen, met inbegrip van evaluaties en kwaliteitscontrole.
De belangrijkste boodschap die andere overheden en managers van bedrijven evenwel kunnen trekken uit het boek is dat wetenschappelijk onderzoek van de risico’s wel en niet onafhankelijk van de beleidsmakers moet kunnen gebeuren. Hoewel de wetenschappers hun werk onafhankelijk van moeten kunnen doen van politieke voorkeuren en bijhorende randvoorwaarden, is het belangrijk dat ze de resultaten delen met de politiek zodat deze er andere waarden dan de wetenschappelijke juistheid aan kan toevoegen, zonder echter in te gaan tegen het voorzichtigheidsprincipe. Ook moet de beleidsmaker kunnen aanvaarden dat de wetenschap niet altijd het gewenste antwoord geeft, of zelfs maar een juist eenduidig antwoord heeft. Iedereen, de wetenschappers, de risicomanagers en de beslissing nemers, moeten hun eigen rol kennen en die van de anderen.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten:
