
waarde realiseren én behouden in een onzekere wereld
Estimated reading time: 6 minuten
De auteur herhaalt in dit werk in een eerste deel in het kort de bevindingen uit eerdere boeken, namelijk uit “Risicoleiderschap – doelgericht omgaan met onzekerheden” en “Risicogestuurd werken in de praktijk”.
In het tweede deel gaat hij dieper in op de aanpak om risicoleiderschap op te zetten. Bij een aspect daarvan wil ik even langer blijven stilstaan, namelijk de drie belangrijkste psychologische basisbehoeften van de mens in zijn omgeving, zoals de werkomgeving er een is.
- Geborgenheid
- Autonomie
- Erkenning
En ik stel me de vraag of camaraderie er een link mee heeft.
Geborgenheid kan onzekerheden wegnemen of vermijden, maar kunnen een persoon afhankelijk maken van een andere persoon. Vragen zijn: waar hoor ik bij, wie geeft mij zekerheid en veiligheid? Dus: wie beperkt voor mij risico’s?
Je moet dus, voor risicoleiderschap te waarborgen, herkennen wanneer de behoefte aan geborgenheid doorslaat naar afhankelijkheid van de ander. Afhankelijkheid kan er toe leiden om risico’s onbenoemd te laten.
Autonomie betekent het loskomen van afhankelijkheid die geborgenheid vraagt. Doorgaans gebeurt dit bij het loskomen van de ouders in de puberteit, en is deze behoefte blijvend. Wat je daarvoor moet ontwikkelen is basic trust. Nee kunnen zeggen is absoluut nodig. In welke mate wil je het? Waar leg jij je grenzen? Welke risico’s wil ik daarvoor nemen? ‘ik zorg zelf wel voor mijn veiligheid, en als ik dat niet zo ervaar, dan is dat mijn eigen schuld: ik kan zelf keuzes maken en ben daar zelf verantwoordelijk voor.’.
Erkenning : deze behoefte heb je in een gezin, team, afdeling, organisatie. Dit doe je door jezelf te onderscheiden. Het gaat gepaard met competitie met de ander. Het begint zeer jong en is voor de meeste mensen blijvend. Het gaat om het zoeken naar balans tussen conformeren en niet opvallen met een tekort aan erkenning versus niet-conformeren en verwijdering van de groep met dan ook geen erkenning meer. Dus: van wie wil ik erkenning en welke vrijheid wil ik daarvoor opgeven? Wat moet ik daarbij inleveren aan veiligheid en geborgenheid? Het gaat om wederzijdse afhankelijkheid. Dit inzicht, in een VUCA wereld waar alles samenhangt, bepaalt je houding ten aanzien van risico’s en risicoleiderschap. Door complexiteit is immers beheersing van risico’s vaak slechts beperkt mogelijk. Dus soms risico’s te accepteren of incasseren. Het gaat dan bij erkenning vaak niet meer om de risicogevolgen voor jou als individu, maar voor de ander, het team, de organisatie, de samenleving als het grote geheel wordt het doorslaggevend.
Deze basisbehoeften spelen en botsen verder niet alleen in het individu, maar ook daar waar mensen samenwerken en samenleven: in organisaties en in de maatschappij.
Vijf valkuilen van het brein en diens emoties zijn:
- Korte termijn fijn, ook al is het op lange termijn pijn.
- Gedrag dat leidt naar kortdurend genot.
- Uitstelgedrag, omdat nu doen lastiger lijkt dan later (moeten) doen.
- Moreel legitimeren: je gedrag van de eerste drie valkuilen goedpraten. Je houdt jezelf voor de gek.
- Onbewust gedrag: de macht der gewoonte bijvoorbeeld. Je staat er niet bij stil: bij wat je aan het doen bent.
Dit gaat gepaard met systeem 1 denken (goed voor simpele vraagstukken) versus systeem 2 denken (beter voor wilde vraagstukken).
Dergelijke dingen leiden tot interpersoonlijke angst:
Angst wordt op het werk gevoed door interacties met anderen. Dat is interpersoonlijke angst. Angst voor een inbreuk op onze fysieke of sociale veiligheid. Daardoor worden we misschien onzeker, waardoor we fouten zouden kunnen maken. En onze baan verliezen.
Of bang om beknot te worden in onze autonomie en bijhorende beknotting in verworven rechten.
Of bang erkenning te verliezen als professional. Niet serieus genomen te worden met onze expertise en ervaring.
De aanwezigheid van collega’s stelt dus de drie basisbehoeften op de proef.
Als medicijn tegen interpersoonlijke angst, is er interpersoonlijke veiligheid.
Je bent dan niet of nauwelijks bang om iets te zeggen waarvan je denkt dat het gezegd moet worden. In wat voor situatie en tegen wie dan ook. En dat niemand belemmerd is door angst om hetzelfde te doen. Op die manier worden afwijkende signalen, onzekerheid en risico’s en opportuniteiten tijdig benoemd en geduid, ook als dat voor de betrokkenen niet direct prettig is. Camaraderie is hier faciliterend aan, en een katalysator ervoor.
Ook van belang zijn heldere doelen en eigenaarschap. Maar altijd in samenhang met psychologische veiligheid. Camaraderie legt dan banden tussen mensen die de persoonlijke doelen helpen overstijgen.
Psychologische veiligheid is nodig om over risico’s te kunnen praten. Het is dus een opdracht voor de hiërarchie om de stavaza van de psychologische veiligheid te kennen en er aan te blijven werken.
Taak 1 voor angstvrij organiseren: verhelderen van de doelen en de bijhorende verwachtingen over omgaan met onzekerheden, risico’s en kansen.
Voor het ontwikkelen van interpersoonlijke veiligheid in de organisatie via verhelderen kan je de volgende vaardigheden inzetten:
1 Doelen leidend maken
2 Omgaan met conflicterende doelen
3 Waarde dominant maken.
Taak 2 voor angstvrij organiseren: uitnodigen
Dit betekent: in alle dagelijkse situaties actief luisteren, vragen stellen, benoemen en toetsen wat je tussen de regels hoort, lichaamstaal duiden en vragen of het klopt wat je denkt te zien.
De kracht van kwetsbaarheid tonen + uitnodigen bij het in dienst komen van nieuwelingen + blijven uitnodigen.
Hiervoor kan je de volgende vaardigheden inzetten:
8 Vanuit vertrouwen omgaan met risico’s
9 Uitnodigen
20 Vragen stellen
4 Diversiteit toestaan
5 Diversiteit benutten
10 Onzekerheid toelaten
Taak 3 voor angstvrij organiseren: beantwoorden
Dit gaat om iets te doen met de reacties op de uitnodiging om vrijuit te spreken heeft opgeleverd. Ga die reacties beantwoorden.
- Als je zelf betrokken bent bij een fout, is dit lastig.
- Als een ander op een fout te wijzen valt is dat ook lastig.
- Als iemand moet vertrekken door ondermatig functioneren, is dit ook lastig (maar ‘one clean shot protects the herd’
- Dit komt neer op doelgerichtheid.
- Uiteindelijk is het op termijn beter voor iedereen om eerlijk te zijn.
Hiervoor kan je de volgende vaardigheden inzetten:
6 Eigenaarschap organiseren (dit begint bij jezelf)
11 Keuzes maken
15 Dynamiek hanteren
16 Interacties doorzien
18 Afwijkingen vroegtijdig opmerken
19 Gevolgen van risico’s verkleinen
Dit alles, inclusief de drie taken op het einde, betekent dus dat Camaraderie alleen niet de oplossing is tot een gedegen risicoleiderschap. Maar het is er een sterke katalysator voor.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten:
