
Estimated reading time: 6 minuten
Inhoud
Het boek diagonaal
“De oplossingen die er al zijn en de doorbraken die we nodig hebben”. Dat is de subtitel van het boek waarrond veel reclame gemaakt werd op allerlei media. En de auteur haalt in zijn werk een aantal interessante opmerkingen aan. Wat mij bijbleef in eerste instantie is dat we meer gekwantificeerd moeten denken: ja, bomen planten is goed, maar is dat voldoende? En waarom?
Dat is de grote meerwaarde voor de maatschappij: het creëert bewustzijn in getallen (aantallen miljarden ton CO2-equivalenten per jaar) van het probleem. Al zijn die getallen voor mij zo groot, dat ik het me amper kan voorstellen.
Grote klassen van problemen die de auteur aanhaalt en bespreekt zijn:
- Stroomopwekking
- Spullen maken
- Voedselproductie
- Mobiliteit
- Verwarming en afkoeling
Naar het einde haalt hij een aantal technologische en niet-technologische mogelijke aanbevelingen aan.
- Vervijfvoudig de komende tien jaar onderzoek en ontwikkeling op het gebied van schone energie en klimaat.
- Zet meer in op onderzoek en ontwikkelingsprojecten met een groot risico en een grote opbrengst.
- Koppel onderzoek en ontwikkeling aan wat we het meest nodig hebben.
- Betrek het bedrijfsleven er vanaf het begin bij.
- Maak gebruik van de kracht van aanbestedingen.
- Creëer stimulansen die de kosten verlagen en het risico verkleinen.
- Leg de infrastructuur aan waarmee nieuwe technologieën de markt op kunnen.
- Verander de regels zodat nieuwe technologieën kunnen concurreren.
- Koppel CO2 aan een prijs.
- Normen voor schone elektriciteit.
- Normen voor schone brandstof.
- Normen voor schone producten.
- Doe weg wat oud is.
Daarbij beschouw ik zijn “plan” als een inspiratiebron waarover overheden overal ter wereld zich (snel) moeten buigen en gevolg aan geven, willen we een kans maken.
Oefening Toekomstscenario
Als oefening op scenarioplanning zie ik echter volgende onzekerheden met een belangrijke impact naar voor komen op wereldniveau:
- Gaan alle landen in gesloten rangen de strijd aan, of gaan overheden optreden in verspreide slagorde?
- Gaat de technologie snel genoeg kunnen innoveren op en worden de oplossingen aanvaard door de maatschappij? Dit lijken twee criteria te zijn maar het is er eigenlijk maar een: gaat de technologie snel genoeg succesvol zijn of niet?
Als we deze zaken tegen elkaar uitzetten kom ik tot volgende mogelijke vier toekomsten, onder voorbehoud dat de overheden er gehoor aan geven:

Hoe zien deze mogelijke toekomsten er uit?
Enig freewheelen in de scenario’s geeft het volgende: (getallen zijn imaginatief.)
Scenario 1: De natuur overleeft:
de huidige generaties zien het belang in om samen de strijd aan te gaan tegen klimaatopwarming. De wetenschap zorgt voor alternatieve energiebronnen, die CO2-neutraal zijn. De politiek zorgt voor maatregelen zodat dergelijke energiebronnen kunnen concurreren met de klassieke fossiele brandstoffen. De politiek spreekt intensief met de wetenschap. De jeugd wordt aangespoord om deze wegen verder te bewandelen. Er wordt werk gemaakt van meer wereldwijd samenwerken op vlak van energie, geneeskunde, voedselvoorziening, door gericht wetenschappelijk onderzoek. De mensheid ontwikkelt een breder kader voor wederzijds cultureel begrip over grenzen heen. Het verlies aan biodiversiteit is beperkter dan de andere scenario’s (bijv. ‘slechts’ 5%). Er wordt aan bosbouw gedaan. Wereldwijd wordt geboortebeperking opgelegd.
Scenario 2: Te laat gestart:
de stappen die ondernomen worden door politiek en wetenschap zijn analoog aan die van Scenario 1, maar de technische oplossingen komen te laat. De klimaatopwarming rijst de pan uit en er is een grote vernietiging van biodiversiteit met 80%. De mensheid krimpt met 80% door verdere verspreiding van tropische ziekten, voedseltekort en droogte. Migratie is te verwachten. Oorlog om de laatste hulpmiddelen is zeer waarschijnlijk tijdens de evolutie van dit scenario. Er volgt een grote economische crisis waarbij de beurzen instorten. De wereldmarkt stuikt in elkaar. Mensen proberen zich te beredderen met lokale initiatieven.
Scenario 3: Het had gekund:
de wetenschap komt snel genoeg met technische en niet-technische oplossingen, maar de politiek en het bedrijfsleven vinden het niet nodig om met gezamenlijke inspanningen samen te werken. Maatregelen om de klimaatvriendelijke oplossingen aan te wenden en concurrentieel te maken verschillen te sterk van land tot land en geven multinationals achterpoortjes om elders dan in hun thuisland te werken met oplossingen die goedkoper zijn en klimaatonvriendelijk, allemaal om de stakeholders tevreden te stellen. In sommige landen breken protesten uit tegen deze verschillen in maatregelen. De aanpak van de klimaatproblematiek is onsamenhangend en inefficiënt. Dit geeft aanleiding tot een opslingeren van de klimaatopwarming zoals ook zou kunnen in scenario 2. Hongersnood dreigt o.a. door slechte politieke afstemming en droogte. Daardoor ontstaat ook hier een grote terugval in biodiversiteit met 80%.
Scenario 4: Het doomsday scenario:
Daar hoeven we niet veel woorden aan te wijden. Door het idee dat het elders beter is, zullen grote groepen mensen wanhopige pogingen ondernemen om te migreren, weg van de droge plekken op aarde. Door de droogte zal de biodiversiteit zeer sterk afnemen (meer dan 80%). Door nood aan energie en voedsel dreigen er wereldwijde hybride conflicten. Die conflicten gaan over tot een decimering van de mensheid. De wereldeconomie komt in een onhoudbare crisis tijdens het traject en wordt herleid tot 5% van de huidige activiteiten.
Conclusie:
Wat deze opsplitsing aan mogelijke toekomstscenario’s laat zien is dat de maatregelen zoals die voorgesteld worden door de auteur, zinvol zijn, maar enkel indien aan twee voorwaarden wordt voldaan:
- Politieke wil tot samenwerken over grenzen en
culturen heen om de klimaatoplossingen een concurrentieel voordeel te geven wanneer deze zich
aanbieden, door alle landen tegelijk. - Er een inspanning komt van bedrijven,
universiteiten, de overheden en de burgers om samen ideeën te genereren en aan
potentiële oplossingen te werken, steeds weer opnieuw, ook wanneer een eerste
ontwerp niet geschikt lijkt.
De auteur biedt daartoe een insteek aan ideeën.
Overheden kunnen het platform aanbieden waarop deze problematiek aangepakt wordt. Het hoeven echter niet strikt deze scenario’s te zijn die leidend zijn bij dergelijk werk. Maar ze geven wel een duidelijk beeld van wat mogelijk op ons af komt.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten:
