
Estimated reading time: 5 minuten
De auteur geeft in dit boek een rondleiding in een wereld die 24/7/365 on line is. Het gaat over een nieuw verhaal van wat er allemaal kan misgaan. En het is geen oude wijn in nieuwe zakken. Het zijn allemaal nieuwe misdaad mogelijkheden. Wie is er potentiële klant? Jij ! Wat is er een potentieel product dat verhandeld wordt in de misdaadwereld? Ook jij ! Waarom? Omdat je een laptop of een smartphone hebt, of een kredietkaart, bijvoorbeeld. Of een e-mail adres. Alles aan ons is interessant. Alles kan verkocht worden. Alles kan geld opbrengen in een of andere misdadige context. Wie kan ons verdedigen? Wijzelf moeten dat doen !
Dat is zeer kort verteld waar het over gaat.
Nu even breder verteld.
Hoofdstuk 1 begint met een nare ervaring van Mat Honan. Hij werd gehackt door een tiener, grotendeels voor de lol. Maar de schade was enorm. Ook de impact van de eerste virussen op de wereld wordt geschetst. En het feit dat burgers denken dat ze veilig zijn, terwijl de wereld vertrouwt op achterophinkende veiligheidssoftware. De invloed op de beurs is er regelmatig en is enorm. En toch draait de wereld verder alsof er niets aan de hand is.
Hoofdstuk 2 maakt duidelijk dat niet alleen computers het doelwit hoeven te zijn. De beveiliging van openbare infrastructuur is zó slecht dat een veertienjarige puber een volledig netwerk van de tramlijnen in de Poolse stad Lódz kon hacken met een zelfgebouwde infrarood afstandsbediening.
Strikt genomen zijn de meeste informatienetwerken niet van betere kwaliteit qua beveiliging. De burger is dus niet veilig. Wat kan met tramlijnen kan met scada systemen van waterzuiveringsinstallaties, elektriciteitscentrales enz. En leuk is te weten dat alle nodige kennis voor deze en vele andere misdrijven te vinden zijn op het internet. Daar vind je ook boeken zoals The Mujahideen Poisons Handbook en de dikke Encyclopedia of Jihad. Maar niet enkel kinderen en pubers zijn crimineel op internet, ook het misdaadmilieu maar ook natiestaten spelen een belangrijke rol.
Hoofdstuk 3 maakt duidelijk dat de wettelozen de wet van Moore aan hun kant hebben. Omdat zij uitkiezen waar ze aanvallen en wanneer, kunnen ze de exponentiële groei van technologie maximaal benutten, terwijl de verdedigingslinie alles moet beveiligen, waardoor in het beste geval een lineaire groei mogelijk is.
Daarmee komt de auteur in hoofdstuk 4 op een ander punt: de “brave mensen” zijn veelal geen klant, maar een product ten voordele van het misdadig milieu. Omdat ze een ziekte hebben, of een e-mail adres, of een kredietkaart, of een auto, of een job, of een smartphone, of een kind zijn, enz…
En de misdaad is niet ver te zoeken, sociale media organisaties zoals facebook en Google of hotmail maken soms fouten met betrekking tot het vertrouwen dat hun klanten in hun stellen. Dat doen ze door hun diensten zoals webmail, chat, opslagruimte enz zogenaamd gratis aan te bieden. Maar in werkelijkheid worden zij eigenaars van de data die de mensen er op zetten, en kunnen die verhandelen. Waarom kunnen ze dat? Niemand leest de gebruiksvoorwaarden voordat ze die ondertekenen. Deze voorwaarden worden trouwens zo geschreven en geformatteerd dat ze haast onleesbaar zijn.
Alle hoofdstukken hier vertellen zou ons te ver leiden. Maar wat kan je nog verwachten in het boek?
Misdaad gebeurt op het deep web. Daarvoor kan je een TOR installeren op je PC. Daarmee kan je de gekste dingen aankopen via de juiste sociale media aldaar: wapens, drugs, kinderporno, malware op maat, huurmoordenaars, afpersing, …
Maar de vraag is dan ook, “Wat zijn nu eigenlijk de toekomstige misdaden? Want dit kennen we allemaal al de dag van vandaag”.
Wel, wat dacht je van misdaad op maat van je DNA? Biosynth misdrijven zoals virussen die op maat van uw DNA gemaakt zijn, en enkel u of bijna enkel u uitschakelen.
En wat dacht je van Internet gestuurde terreuraanslagen, die op termijn eventueel gebruik gaan maken van artificiële intelligentie? Of de dreiging die uitgaat van het samengaan van robotica en algemene artificiële intelligentie?
En wat dacht je van het hacken van uw domotica? Want ook zogenaamde kruimeldieven moeten met hun tijd mee. En ijskasten die aangeven dat de melk op is, en een bestelling plaatsen. Auto’s zonder bestuurder.
Of van planten die ’s nachts licht geven? Of eencelligen die geherprogrammeerd worden om drugs te maken. Of DNA-technologie die gebruikt wordt voor opslag van gegevens.
Het probleem van technologie is dus dat het een tweesnijdend zwaard is. Enerzijds kan het voor de mensheid een zegen zijn, maar anderzijds is het een vloek, eens in de handen van de misdaad. En de misdaad zit steeds op de eerste rij om er toepassingen voor te vinden, terwijl de overheden vaak op de laatste rij zitten.
In een van de laatste hoofdstukken legt de auteur een belangrijke verantwoordelijkheid bij de burger. Die mag niet verwachten dat de overheid tegen alles kan bescherming bieden. Dat is niet realistisch. Daarom moeten deze twee laatste partijen de handen in elkaar slaan. Crowdsourcing en gamificatie kunnen daarbij een rol krijgen.
Vond u deze boekbespreking waardevol? Ontdek dan ook deze gerelateerde artikels voor meer inspiratie en inzichten:
